Negen Dagen

Negen dagen

Negen dagen uit het dagboek van een ongelukkige jongen van twaalf

Winnaar publieksprijs BNL Literatuurprijs 2006

15 maart

In Marokko hebben jongens jongensnamen en meiden meidennamen. Was ik ook maar een Marokkaan. Er is een nieuw meisje bij me in de klas komen zitten. Ze heet Souhailla, is Marokkaans, komt uit Amsterdam en is ontiegelijk knap.

‘Waar dan?’, vroeg Souhailla.
‘Rechts helemaal achterin, daar zit Anne’, zei Haatik.

Souhailla keek verbaasd mijn kant op en liep toen naar me toe. Souhailla heeft amandel-bruine ogen, die hetzelfde tijdvertragende effect op me hadden als toen ik van de fiets werd gerost door Folkert.

‘Heet jij Anne?’, vroeg ze vol ongeloof.
‘Ja’, zei ik.
‘Wat raar. Ik heet toch ook geen Ali, Mo of Hamid.’
‘Nee.’

Wat het wel betekent dat Souhailla mijn naam raar vond, is dat ik op een echte jongen lijk. Dat ze niet twijfelt dat ik misschien een meisje ben en daarom Anne heet. Het slechte nieuws is, is dat als ik met haar wil trouwen en dat wil ik, ik een achterstand heb. Ik moet nu mijn best doen om te laten zien dat ik normaal ben.

In de kleine pauze zocht ik haar op. Ze vertelde dat ze uit Amsterdam kwam maar in Oujda geboren was. Ik vroeg waar dat lag. Oost Marokko, vlak bij Algerije zei ze. Ze was het mooiste meisje dat ik ooit had gezien. Marja van de slijterij viel bij Souhailla in het niet. Ik vroeg haar om verkering. Ze zei dat het niks kon worden omdat ik geen moslim ben.

Ik heb net in de grote bos atlas gelezen dat Oujda een industriestad is die bijna op de grens met Algerije ligt. Het bodemgebruik is Mediterrane landbouw (granen, olijven, citrusvruchten). In de buurt van Oujda worden steenkool, lood en zink gewonnen. Oujda telt tussen de 100 000 en 500 000 inwoners en het elektriciteitsverbruik is er het hoogst, meer dan 280 kilowattuur per inwoner. Er is een thermische centrale in de buurt. Het is niet ver van de Middellandse Zee, dus Souhailla heeft er net als ik vast wel eens in gezwommen. Ook heb ik een aantal dingen in de encyclopedie over de islam opgezocht. Over de profeet Mohammed, de soennieten en de sjiieten, het vasten tijdens de ramadan, dat een echte moslim volgens de armenbelasting 2,5% van zijn inkomen aan de minderbedeelden schenkt en eens in zijn leven een bedevaart naar Mekka maakt.

16 maart

Ik ben net terug van bakkerij Nihmed die de vader van Souhailla geopend heeft. Souhailla was er niet. Ik heb baklava gekocht om niet op te vallen. Ik vast maar Jan vindt dit heel lekker. Ik weet niet of Souhailla vandaag op school echt onder de indruk was van wat ik over de islam en over moslims wist te vertellen. Ze moest glimlachen toen ik haar 2,5% van mijn knikkers (7 stuks) gaf, maar ze zei wel dat ik echt iets aan mijn naam moest doen omdat een moslim met een meisjesnaam gek is.

17 maart

Vandaag op het gemeentehuis geweest om mijn naam te veranderen in Kareem Abdul-Ludba. Kareem Abdul-Jabbar speelde in de NBA voor de LA Lakers. Hij is ook moslim geworden net als ik. Ik kan zijn befaamde haakworp al een beetje. Hij heette eerst Ferdinand Lewis Alcindor Jr. Het laatste gedeelte Abdul-Ludba is een palindroom. De medewerkster op het gemeentehuis zei dat je niet zomaar je naam kan veranderen. Net of het zomaar was! Ik zei dat ik er heel goed over nagedacht had en dat ik het echt zeker wist. De medewerkster haalde er wat collega’s bij en herhaalde mijn verzoek. En dat was grappig! Het hele gemeentehuis lag in een deuk. Ik heet voortaan Kareem en reageer niet meer op Anne. Jan vond zoals ik al had verwacht de baklava lekker. Ik zei dat ik het bij Nihmed heb gekocht. Het kan geen kwaad dat Jan alvast kennis kan gaan maken met zijn schoonfamilie.

18 maart

Volgens Souhailla kan het pas wat worden als ik in een djellaba naar school ga. Een djellaba is een traditioneel Marokkaans gewaad. Heel handig in de woestijn, tegen de sterke wind en de hitte. Gelukkig ben ik zo koudbloedig als een hagedis en kan ik heel goed tegen hitte omdat als je mijn zomervakanties in Zuid Frankrijk (12 keer 4 weken) bij elkaar optelt, ik in totaal bijna een heel jaar in Frankrijk heb doorgebracht. Ik ben dus 1/12de Frans. Dus als ik dan met Souhailla in Oujda ga wonen, zal ik amper problemen hebben om me aan te passen aan het steppe-klimaat. Op dit moment is Jan in zijn atelier van mijn Bert-en-Ernie-dekbedovertrek een djellaba aan het naaien.

19 maart

Ik doe mijn Bert-en-Ernie-dekbedovertrek-djellaba nooit meer aan. Meer wil ik er niet over kwijt.

20 maart

Volgens Souhailla kan het pas wat worden als ik besneden ben. Ik heb het net opgezocht in de encyclopedie. Het is als het velletje om je eikel, de voorhuid, is weggesneden. Van Jan en Guus mag ik geen besneden piemel omdat het niet echt nodig is. Ik heb gezegd dat het nodig is omdat ik een echte moslim wil worden. Jan zei dat ik juist blij moet zijn dat ik mijn voorhuid heb, omdat het dan later met vrijen veel gevoeliger is. Echt ontiegelijk stom! Heel goor! Van Guus mag ik geen echte moslim worden omdat je daar heel vrouwonvriendelijk van wordt, dat ze dan alleen nog maar tien meter achter me mag lopen en dat dat haar helemaal niet gezellig lijkt. Als ze zo stom doet, moet ze sowieso tien meter achter me lopen, moslim of niet.
Ik heb een fles wodka uit Jan zijn atelier gepikt. Ik heb de verbanddoos uit de badkamer gehaald, jodium en een stuk gaas klaar gelegd. Mijn Zwitserse zakmes ga ik zo in de vlam van een kaars houden. Dat doodt de bacillen. Daarna drink ik twee glazen wodka en knip ik mijn voorhuid eraf. Als ik het heel snel doe, voel ik er niks van, net als bij een pleister die je eraf moet trekken.

20 maart Nacht

Ik ben net wakker geworden met een enorme koppijn alsof ze achter mijn ogen aan het heien zijn voor een groot flatgebouw. De fles wodka is omgevallen. De hele vloer is nat. Mooi is dat! Dat betekent dus dat ik naar de slijterij moet om een nieuwe te kopen. Nou dan loop ik dus mooi het gevaar dat ik Marja tegen kom. Er zit een klein sneetje in mijn voorhuid. Een minuscuul laf knipje. Ik ben nog lang geen echte moslim. Het is alsof ik op mijn bedevaart naar Mekka in Arnhem ben gestrand en daar niet meer wegkom.

21 maart

In de kleine pauze heb ik Souhailla meegelokt naar het steegje naast de kerk. Toen ik haar mijn piemel liet zien, viel ze achterover. Al snel verzamelde er zich een kring om haar. Meester Haatik werd erbij gehaald maar ik heb mooi niet verteld wat er precies gebeurd is. Souhailla denk ik ook niet want niemand heeft naar mijn piemel willen kijken.

Ik heb na school een fles wodka gekocht bij de slijterij van de moeder van Marja. Je mag geen alcohol verkopen aan mensen onder de 16. Ik kan haar nu chanteren, dat is altijd handig. De fles wodka heb ik in Jan zijn atelier gezet. De rest van de dag heb ik in de klimboom gezeten. Met mijn piemel gaat het goed. Ik heb het sneetje goed met jodium ingesmeerd en er een pleister opgeplakt. Ik snap best dat Souhailla flauw viel. Het is best raar om ineens een verknipte piemel te zien.

22 maart

Souhailla weigert om met me te praten. Ze heeft een nieuwe plek in de klas gekregen. Hoe stom is dat? Nou als ze zo gaat beginnen dan heet ik vanaf nu gewoon weer Anne. Als ze het niet kan waarderen dat ik speciaal voor haar een moslim werd, dan bekijkt ze het maar met haar amandel-bruine ogen. Ik word weer eens niet begrepen.

23 maart

Bij bakkerij Nihmed mag ik niet meer komen. Souhailla haar vader zei dat ik beter ergens anders brood kan kopen. Hoe stom is dat? De ruiten zijn al twee keer bij ze ingegooid. Ik was het niet. Dat zal Folkert wel gedaan hebben. Die haat vreemdelingen. Of hij nou met zijn bucks op de ongelukkige Shetlandponys van het woonwagenkamp schiet of op de ruiten van een Marokkaanse bakker, maakt ‘m niks uit. Vreemd is vreemd.

De rest van de dag heb ik doorgebracht in mijn klimboom om mijn hoofd leeg te krijgen maar dat is niet zo makkelijk als je liefdesverdriet hebt.

EINDE